“Mam, mag ik Ben ophalen?” Ben woont al een tijd bij ons in het hofje en Sylvie speelt regelmatig met hem. Als een oud stel zitten ze naast elkaar op het bankje voor ons huis. Mijn nieuwsgierigheid naar de gesprekken is groot maar zodra ik in de buurt kom wordt het stel afgeleid en stopt het gesprek. Dus geniet ik meestal van dit echtelijke tafereel kijkend vanuit mijn keukenraam.
Sylvie is inmiddels 12. Stukje bij beetje proberen we haar iets meer vrijheid te geven. Want als je niks probeert, weet je ook niet wat ze wel of niet aankan. Zo hebben we een mooi GPS-horloge voor haar gekocht, zodat we, wanneer ze hier naar buiten gaat, haar weer makkelijk terug kunnen vinden. Het geeft iets meer gemoedrust omdat Sylvie nergens gevaar ziet en het liefste bij iedereen op de koffie gaat. Eén nadeel; Altijd wanneer Syl met de vraag komt of ze ergens heen mag is die tracker toevallig leeg. Zo ook deze keer. “Syl, je mag Ben ophalen, maar als hij er niet is kom je metéén weer naar huis, afgesproken?” “Dus niet bij andere mensen aanbellen of naar binnen gaan, alléén naar Ben” “Jahaaaa” roept ze terwijl ze met haar ogen rolt. Af en toe lijkt ze net een echte puber.
Na 10 minuten is er nog geen spoor van Jut & Jul op het bankje en ook geen spoor van Syl die terug naar huis is komen wandelen.
Dit soort taferelen gebeuren tegenwoordig altijd als ik net met onze jongste dochter Fien bezig ben. Ik gooi Fien in mijn draagzak en loop naar buiten. Ik loop richting Ben z’n huis, geen Sylvie te bekennen. Ik loop het hofje rond, geen Sylvie. Ik speur de huizen af waar Sylvie eerder wel eens is aan komen waaien, wederom geen Sylvie. Ik merk aan mijn lichaam dat mijn zenuwen nu beginnen op te spelen. Zie je wel, denk ik, ik had haar ook nooit zonder gps-horloge op stap moeten laten gaan. Driftig loop ik heen en weer in de wijk. Plotseling komt Renée aan op haar step. “Wat ben je aan het doen mam?” vraagt ze. “Ik zoek Sylvie” zeg ik “Volgens mij zag ik haar bij nummer 36 naar binnen gaan” zegt Renée. Op nummer 36 wonen nieuwe mensen, die ik nog niet ken. Ik sprint er heen en bel aan.
De deur gaat open en er staat een mevrouw in de voordeur. Naast haar staat Sylvie. Met een grote grijns op haar gezicht en een dikke chocoladekoek in haar hand. “Sylvie! “zeg ik boos “Wat hadden wij afgesproken?!” Sylvie negeert mijn boze blik en glimlacht. . “Ze belde aan…” zegt de mevrouw “Ze vroeg of ze mijn poes mocht zien”.
Het tafereel speelt zich versnelt in mijn hoofd af,
Sylvie die bij een wildvreemde aanbelt en vraagt of ze d’r poes mag zien……
Ik probeer mijn lach in te houden. “Sylvie mag niet zomaar ergens naar binnen” vertel ik, “Ik was haar nu namelijk kwijt”. “Oh sorry” zegt de mevrouw “Ze vertelde dat ze het had gevraagd aan mama” “Nou dat heeft ze niet!” zeg ik lichtelijk geïrriteerd. Sylvie peuzelt tijdens het gesprek lekker door aan haar koek. Ik pak haar bij haar arm en neem haar mee. “Wat hadden we afgesproken?!”roep ik terwijl ik Sylvie naar huis sleep. “Niet naar binnen” “Sorry mama” zegt ze. Thuis aangekomen gooi ik geïrriteerd het restje van haar chocoladekoek in de kliko.”Ook nog een koek gaan geven” denk ik “dan weet je zeker dat ze straks elke dag gaat aanbellen”.
Ik weet niet of ik nou eigenlijk boos ben op mezelf of op Sylvie. Misschien kan ze het ook nog niet aan en is het te lastig om je aan een afspraak te houden als er een poes, een hond of een chocoladekoek lonkt. Maar we geven nog niet op want ik gun haar ook dat stukje vrijheid. Dus herhalen we de afspraken nog maar weer en leg ik netjes de tracker aan de oplader.